Uiterlijk
Bijen komen in geheel Nederland voor. Heel vaak zal dit de honingbij zijn die je ziet.De hoofdkleur van de honingbij is bruin. Het achterlijf is donker met bruingele banden. Een bijenvolk bestaat uit werksters, darren en een koningin.De werksters worden ongeveer 1,1 cm lang, de Darren 1,4 cm en de koningin ongeveer 1,5 cm lang. Een bijenzwerm kan wel bestaan uit 30.000 tot 40.000 bijen.
Levenswijze
Deze honingbijen zijn zeer nuttig voor het bestuiven van planten en cultuurgewassen. Het voedsel van de bij bestaat immers uit stuifmeel en nectar van deze planten en cultuurgewassen.
In de vrije natuur leven bijen op beschutte plekken zoals b.v. in holle bomen. De door de mens gehouden bijen leven in een bijenkorf of bijenkast.
Een bijenvolk is een sterke sociale eenheid. Er zijn binnen een volk drie typen bijen: een koningin, werksters en darren. De koningin is een vrouwelijke bij, die voor het nageslacht zorgt. De werksters zijn onvruchtbare vrouwelijke bijen, die al het andere werk doen. De darren zijn de mannelijke bijen, zij paren met de koningin en zijn daarna niet meer nodig. Dat is de periode waarin geen bevruchtingen meer plaatsvinden waardoor de mannetjes overbodig zijn geworden.
Het gehele volk, met uitzondering van de mannetjes, overwintert in korf of kast; tegen de herfst, als er geen bevruchting van koninginnen meer plaatsvindt. In de herfst worden de mannetjes, omdat ze niet meer nodig zijn voor de bevruchting, door de werkster gedood of de kast uitgejaagd waarna zij een hongerdood sterven. De werksters die tussen januari en augustus geboren worden, helpen het volk de winter door; zij sterven in het voorjaar.
Per dag legt de koningin 1.300 tot 1.500 eitjes; de koningin kan tot 5 jaar oud worden.
Preventie
Na drie dagen kruipt een larfje uit het eitje. Dit larfje wordt gevoed door de werksters en na zes dagen verpopt het zich: dan wordt de cel door de werksters met een dekseltje van was afgesloten. In de gesloten cel vindt de gedaanteverwisseling plaats. Eenentwintig dagen na het leggen van het eitje knaagt de jonge bij het wasdekseltje stuk en kruipt uit de cel. Het larfje is nu uitgegroeid.
Als zich voldoende jonge koninginnen in het nest hebben ontwikkeld, verlaat de oude koningin met een gedeelte van het bijenvolk het nest op zoek naar een nieuw onderkomen.